Het landschap in je boodschappenwagentje
“Wat denk je, hoeveel zouden er weten dat melk van een koe komt? Vijfentwintig procent?” zegt hij, terwijl hij knikt richting de camping aan de overkant van de weg. De boer, die ik ontmoet bij mijn verkenning van het landschap bij Diepenheim, heeft duidelijk weinig fiducie in wat de burger begrijpt van zijn bezigheden.
Nu maak ik me sterk dat als je zou gaan vragen waar melk vandaan komt, toch wel wat meer mensen weten dat het van een koe of desnoods geit komt. Maar weten en weten is twee. Hoe vaak zijn mensen, zijn u en ik, ons er echt van bewust dat de inhoud van die kartonnen pakken in het boodschappenwagentje kort geleden nog deel uitmaakte van een koe, en even daarvoor gras was? Laat staan dat het daarvoor nog de vorm had van aarde, mest, regen? Of deel uitmaakte van een regenworm? Of een made was in een kadaver? Of, lang geleden elders… En zo kunnen we eindeloos doorgaan. Maar dat zou de doorstroming bij de kassa niet ten goede komen, noch de eetlust van wie niet zo vertrouwd zijn met dit soort bespiegelingen.
Elke keer dat we een glas melk drinken voltrekken we lijfelijk een verbinding met koeien ergens in een wei of stal en via de koeien met het gras, de aarde, regen… En dan heb ik het alleen nog maar over melk. Aan alle eten, elke boodschap zitten lijntjes. Kansen te over om verbondenheid met de landbouw, de aarde, de boeren, de dieren te beleven.
Maar… waarom zouden we eigenlijk?
Wel, de opmerking van de boer bij de camping lijkt mij eigenlijk ook een sterk gevoel van miskenning en gebrek aan waardering uit te drukken. Een gevoel dat ook vaak tot uitdrukking komt in gesprekken met boeren en burgers, zoals die avond nog, na de verkenning, bij Galerie Erve de Wezel. En aan de andere kant, de kant van de burger, is er een hang naar puur, natuur, landleven, zuiver, echte boerenkaas enzovoorts. De bordjes langs de landelijke wegen getuigen, dat in ieder geval de commercie heilig in de aanwezige werkzaamheid van dit sentiment gelooft. Romantisch en weinig realistisch? Wie zal het zeggen, maar evengoed blijkt er een hunkering uit naar verbondenheid met het grotere geheel van aarde, natuur, de boeren en hun leven, de dieren. En als je het mij vraagt, is er nog een partij, die behoefte heeft aan de verbondenheid, maar niet zo makkelijk van zich kan laten horen. Ik bedoel de aarde, de dieren, het landschap. Ook die zijn gebaat bij aandacht en liefde van de mens die hen gebruikt en vorm geeft.
Ik meen dus een behoefte aan verbondenheid te bespeuren. Kan je die verbondenheid ook oproepen of bevorderen, en wat zou Diepenheim daarin kunnen betekenen? Misschien zou er bij Diepenheim iets kunnen ontstaan als een Landschap van Verbinding, of een Landschap van Verdieping? Waar mensen dan een dag kunnen vertoeven en zich dieper bewust worden van de verbinding die ze met huid en haar hebben ten opzichte van de landbouw?
Op zo’n dag zou het er in eerste plaats om gaan zich open te stellen. Daarbij helpt het dat het rond Diepenheim best wel stil is. Dat helpt om open te gaan, de oren te spitsen. Daarbij nodigen de geborgenheid en lieflijkheid van het landschap de ogen uit om er ontspannen in rond te dwalen. Verder scheelt het om te voet te gaan, zodat zich geen autoruiten of fietsbanden tussen ons en het landschap bevinden. Een beetje regen op het onbeschutte hoofd kan ook helpen, met daarna natuurlijk liefst weer zon. Het uittrekken van de schoenen kan verrassende gewaarwordingen opleveren. Blotevoetenpaden zijn erg populair, ook bij kinderen, terwijl ze bij volwassenen vaak intense ervaringen oproepen uit vervlogen kinderjaren.
Bij zich open stellen hoort ook: de tijd nemen en niet te doelgericht zijn. Af en toe eens – alleen of samen – doodstil luisteren naar wat zich zoal laat horen. Daarbij zijn vogelzang en het ruisen van de wind in de bomen natuurlijk favoriet, evenals het loeien en kraaien van zekere landbouwhuisdieren. Maar ook de geluiden van een ploegende trekker of de ronkende koeling van een melktank horen erbij! Echte openheid is vrij van vooroordelen over echt, puur, oer, natuur en wat dies meer zij, zelfs over biologisch of gangbaar gaat het op dit moment even niet. We willen immers de verbinding ervaren met onze boodschappenwagen. Dat daar iets in ligt is mede dankzij trekkers en koelmachines, en niet iedereen maakt de keuze voor biologisch. Het kan zijn dat mensen vanuit verbondenheid of bewustzijn daarvoor (gaan) kiezen, maar nu gaat het over verbondenheid en hoe die wordt opgeroepen.
Een heilzaam ontregelende inbreng kan komen van kunst, bijvoorbeeld in de vorm van landart of gedichten. Door iets voor te lezen of een bestaand kunstwerk in de route op te nemen. Óf: door de deelnemers zelf haiku’s te laten maken, dan wel tijd in te lassen om zelf wat aan landart te doen!
Verder mogen reuk en smaak aan bod komen. Ruiken aan een blaadje dat je tussen je vingers wrijft, of aan een bloem – ik ken er bijvoorbeeld geen die zo lekker ruikt als van de doodgewone en verguisde akkerdistel. Dan de geur van de grond, het bos, een koeienvlaai, een geopende maiskuil op de boerderij, geculterd land. Voor het proeven van kruiden is enige deskundige begeleiding wel gewenst, maar vervolgens is het bijzonder: tastbaarder en lijfelijker kan je het landschap of je uitzicht niet eten. Er kan zelfs een hele maaltijd van samengesteld worden. Hierbij passen ook verhalen over hoe landbouw ooit begon, hoe wilde gewassen gecultiveerd werden om ze niet meer te hoeven gaan zoeken, veredeld om meer te geven of anders te smaken en hoe exotische gewassen werden geïntroduceerd. Tot het assortiment dat uiteindelijk het hedendaagse winkelwagentje vult.
Evenzo kunnen we via de wilde dieren – vogels, wie weet een haas of liefst een ree – belanden bij de koeien. Na misschien nog een tussenstop bij een kudde met horens, kalfjes en een stier belanden we bij het echte melkvee. Het kijken naar koeien is bijzonder rustgevend, liefst zittend tussen hen in, in de wei of in de stal. Aanvankelijk schrikken koeien terug voor zo’n aankomende kudde van een andere soort, maar als die zich stil en omzichtig blijkt te gedragen, wint na enige tijd de nieuwsgierigheid, en ontstaan er reuze interessante en spannende ontmoetingen. In een stal zou zoiets een plaats vereisen, waar een groep mensen kan komen zonder de koeien of de boer te storen, om daar vervolgens een tijdje in stilte te gaan zitten. Dit sorteert meer effect en ervaring dan welke uitleg of kennis dan ook ooit kan doen. En het is nog rustgevend ook. Zouden er geen ontwerp en fonds kunnen komen voor een stalobservatie-eiland of koeien-skybox? Die dan zoveel mogelijk gelegenheid tot contact moeten bieden: zien, ruiken, horen, voelen. Proeven ook: van rauwe melk. Dan zijn we al bijna bij de inhoud van het winkelwagentje. Een eerlijke film over melkfabriek en slachthuis is de laatste nog ontbrekende schakel.
Terwijl ik dit alles opschrijf zie ik de boer van het begin al hoofdschuddend teruglopen naar zijn ploeg. Of ik soms denk dat hij daar tijd voor heeft. Groepen mensen over het erf en door de wei laten trouwens maar afval achter – straks krijgt er nog een koe scherp. En of het hier nou zo mooi is rond Diepenheim? Als je er dagelijks bent is het gewoon, wij van hier gaan elders op vakantie.
Daarom denk ik ook dat er een soort bemiddelaars, gidsen nodig zijn. Zij trekken dan die dag met de mensen op en optimaliseren de omstandigheden voor de beleving van verbondenheid. Door ze voor te gaan door het landschap, af en toe wat stilte in te lassen of vrijblijvend uit te nodigen tot een stukje op blote voeten, een gedicht voor te lezen, wat eetbare planten te laten proeven, uit te nodigen tot het maken van haiku… Ook moet de gids zorgen dat er geen vee verstoord en niets vertrapt wordt, noch afval achtergelaten. Hij kan korte ontmoetingen met de boeren faciliteren, opdat die zelf hun verhaal kunnen vertellen en vragen en reacties van burgers meemaken. De gids moet niet te aanwezig zijn, maar onopvallend de omstandigheden scheppen voor ervaringen van verbondenheid.
Het landschap zit al in onze boodschappenkarretjes en in onszelf, we eten en verteren het. Elke keer als we dat bewust ervaren is er verbondenheid. Dat bewustzijn van verbondenheid is heilzaam, voor burgers, boeren én landschap.
Cor van Marle.