Natafelen

Vanuit de kunst stelt het project Eét je Uitzicht de ongewone vraag naar de eetbaarheid van het landschap. De eerste vooronderstelling onder die vraag is: Er is een blinde vlek bij de mens over hoe voedsel en landschap met elkaar samenhangen. In het landschap herkennen we ons voedsel niet, in ons voedsel herkennen we het landschap niet. De tweede vooronderstelling is dat wanneer je de blinde vlek kent je kunt kijken naar datgene waar de vlek je het zicht op benam. Daarmee is de eerste voorwaarde voor verandering geschapen.

Om de blinde vlek in beeld te krijgen stuurden we twaalf kenners vanuit vele verschillende invalshoeken het proefgebied van 4KM2 bij Diepenheim in. In lente, zomer en herfst 2012 onderzochten steeds vier van hen de fysieke-en mentale eetbaarheid van deze 4KM2 landschap. De resultaten die zij aan het vaste panel en bezoekers rapporteerden, kunt u onder ‘Verkenningen’ bekijken.

Er blijken twee onderzoekslijnen waarlangs we de observaties kunnen ordenen en daarbinnen thema’s: “Classificatie van voedsel” en “Classificatie van tijd en ruimte”.

De Classificatie van voedsel gaat over het bewustzijn dat het landschap niet alleen voedsel voor het lichaam produceert, maar als geheel ook voedsel voor de geest is. Wat is de reikwijdte tussen deze twee extremen: Wat is eetbaar? We ontdekken vier thema’s:

  • de paradox van de indirecte en directe eetbaarheid
  • de smaak en gezondheid van het landschap
  • de afstand tussen mens en voedsel (stad en ommeland)
  • de fysieke en mentale ontoegankelijkheid (onbereikbaarheid van het voedsel)

De classificatie van tijd en ruimte gaat in op hoe het cultuurlandschap een spiegel is van de wijze waarop we als maatschappij de ruimte gebruiken en hier betekenis aan geven. Ook hier ontdekken we vier thema’s:

  • ontkoppeling van mens en landschap
  • spanning tussen productielandschap en vrijetijdslandschap
  • van multi – naar monofunctioneel landschap
  • gemis aan dynamiek en vitaliteit

Op zaterdagmiddag 12 januari 2013 toetsten we de bevindingen aan een brede groep experts met een groot palet aan achtergronden, variërend van praktiserend boer tot filosoof en van bedrijfseconoom tot bioloog. Observaties die lokaal gedaan zijn door onze verkenners, krijgen een bredere context. Het doel is om de blinde vlek zo goed mogelijk te definiëren en te kijken naar welke ruimte er ontstaat voor veranderingen wanneer we die blinde vlek begrijpen. Cartoonist Lex Dirkse laat ons met zijn tekeningen direct in de spiegel van de gesprekken kijken.

Eerste ronde ‘Worldcafé’

In vier groepen praten de deelnemers met elkaar over de twee onderzoekslijnen en de thema’s. Worden ze herkend? Welke spreken het sterkst?

‘Ontkoppeling’ lijkt een sleutelbegrip in het vangen van de blinde vlek die we hebben voor de relatie tussen landschap en voedsel. En die ontkoppeling wordt gesignaleerd op verschillende terreinen als economie, landbouw en eten. De landbouw is politiek ontkoppeld van de (reële) economie en door agrotechnologie van de natuurlijke ondergrond. De mens is ontkoppeld van het land en het landschap. Wie werkt, en leeft nog van de plek, waar hij woont? De mens is ontkoppeld van zijn voedsel. Planten, paddenstoelen, dieren herkennen we in het landschap niet meer als voedsel. Is met deze afstand ook de toegankelijkheid afgenomen? Of is met de afname aan toegankelijkheid ook de afstand gegroeid? Zowel fysiek (kan ik er in of bij?), als emotioneel (kan ik er met mijn gevoel bij?) en mentaal (kan ik er met mijn verstand bij?) hebben we moeite om bij ons fysieke en geestelijke voedsel te komen.

De conclusie is dat het landschap nadrukkelijk onze cultuur toont. En die cultuur (h)erkent haar eigen grondgebondenheid niet meer. Buiten vinden we een decor dat niet noodzakelijk de werkelijkheid hoeft te representeren; lekker bewegen, lekker buiten, lekker ‘Landleven’. Onze wens bouwt onze eigen beleving, ziet wat het wil zien, en ziet niet wat je niet zoekt. De bevinding dat juist in het mens zijn besloten ligt dat we ons kunnen verbinden met het landschap of met voedsel, blijft in de marge. Gezien de nadruk op ontkoppeling als hét probleem, is dit opvallend. Is onwetendheid een zelfverkozen zegen, of is het noodzakelijk om wakker om ons heen te kijken en vragen te stellen?

Tweede ronde ‘Pitches’

Met deze gedeelde analyse in de achterzak, vragen we het gezelschap in de tweede ronde in kleine groepjes te zoeken naar nieuwe kansen “Tussen droom en werkelijkheid”, en de mogelijkheden daarin voor “Kunst als katalysator” tot verandering. Uit waslijsten aan ideeën worden er acht gepresenteerd.

In de Nieuwe Coöperatie zoeken lokale consumenten, producenten en landeigenaren samen naar optimalisering voor iedereen.

Het Nieuwe Noaberschap brengt een dynamiek in de communicatie op gang en gaat kijken naar de verschillende belangen van boeren, landgoedeigenaren, consumenten, natuurgenieters, politici etc.. Zijn ze wel zo verschillend?

In de nieuwe variant op de Blije Box zit een stukje landschap van Nederland voor het nieuwgeboren kind onder het motto ‘Land zoekt Liefde’.

Bakken met Rijdende Biodiversiteit omzomen ieder landbouwperceel en worden beheerd door verschillende belangengroepen.

Het Station der Zinnen zet her en der in het landschap van Hof van Twente kleine paviljoens waar je het landschap toegespitst kunt beleven met één van de zintuigen.

De Ontregelende werking van Kunst wordt ingezet om mensen op een ander been te zetten en bezig te laten zijn met landschap en voedsel.

De Artistieke Hyperbool maakt het zichtbare nog zichtbaarder met als voorbeeld een prachtige snijplank van asbest met daarop een streekkaasje.

Perceel Identificatie middels moderne technologie laat zien van wie het land is, wat er verbouwd wordt en het verhaal in zoverre als de eigenaar dat wil delen.

Reflectie door Dirk Baalman (directeur Oversticht)

Praten over landschap is in belangrijke mate praten over de spullen van een ander. Dat lijkt niet iedereen zich te realiseren. Wat ook opviel was de (stille) morele agenda, de agenda van ‘Eten moet beter’, ‘Landschap moet beter’ en eigenlijk ook ‘Leven moet beter’. Maar voor wie geldt dit? Verschillende werkelijkheden is ook heel belangrijk, het landschap voor productie als productiemiddel of het landschap voor consumptie, als decor. Die werkelijkheden lopen door elkaar in de gesprekken zonder dat dat heel precies wordt gemaakt. Het meest centrale thema in gesprekken was toegankelijkheid in meerdere dimensies. Bij de vraag: Hoe keren we de vervreemding die mensen ervaren ten opzichte van het landschap en van de voedselproductie?, valt het geloof in technologie op en Twentse elementen zoals het Noaberschap en de Krentewegge.

De smaak van de 4KM2

In Lente, Zomer en Herfst maakte Ernst Ruijgrok kleine smaak samples van dat wat de verkenners mee brachten uit het veld. U vindt de recepten op de website. Op de dag van het Natafelen heeft hij op basis van die ervaringen een echte maaltijd bereid voor alle aanwezigen. De tafels staan in rijen, stoelen er bij, op de tafels placemats met beelden en citaten van de verkenningen en aansluitende gesprekken met publiek en panel. Aan de kopse kant van de zaal een hele grote tafel die schuilgaat onder een landschap van groen, rood, water, …. Er staan geen pannen om uit te scheppen, geen schalen, het is een landschap vol objecten die voedsel bevatten. Na enige onwennigheid wordt alles geprobeerd en zet het gesprek zich geconcentreerd op smaak, landschap, en elkaars gezichtspunten geanimeerd voort.

MENU: Wat willen we eten?

De volgende stap van dit project ligt besloten in de schatkamer aan ervaringen die beschreven zijn in de blogs en essays van verkenners en panel. De verslagen van de discussies wijzen op twee aandachtsgebieden: communicatie en lokaliteit. Dit is in zoverre verrassend, dat er bij het opstellen van het project simpel gezegd gedacht werd aan een vervolg op het onderzoek als het ontwikkelen van een serie streekgerechten en hoe die in de markt te zetten als recepten voor de toekomst.

Na dit onderzoek kunnen we niet anders dan ons realiseren dat het reëel een vraag is of we wel willen weten wat we eten?!  Maar ook kunnen we concluderen dat als je wilt weten wat je eet we moeten pleiten om de ontkoppeling zelf centraal te stellen; ontkoppeling zullen we dan recht in de ogen moeten kijken in het licht van de vraag op welke manier we mens willen zijn. Dan zal dat leiden tot projecten waarin lokaal productie en consumptie elkaar weer leren kennen via smaak en kennis.

Bovenlokaal lijkt het vooral interessant om verder na te denken over hoe we de afgelopen 60 jaar de landbouw een eigen plek hebben gegeven in de economie, en hoe vervolgens het vertrouwen in de voedselveiligheid is geschonden. Is de landbouw bij de overheid in goede handen, moet het door de consument worden overgenomen, door de producent, door een samenwerking tussen producent en consument? Leidt dat tot een ander bewustzijn? Tot andere eisen aan voedsel? Staat dan niet langer veiligheid maar gezondheid centraal? Of blijft voedsel vooral een sociaal bindmiddel? Wat willen we eten, wat willen we weten?

Fase twee komt er aan, de website blijft bestaan, er wordt gewerkt aan publicaties, en een programma bij Kunstvereniging Diepenheim dat ruimte biedt aan vervolgprojecten op het terrein van Eet je uitzicht.

Karina Hendriks, Jeroen van Westen