Verkenner 4

Miriam Velter is verzamelaar en onderzoeker van eetbare mogelijkheden in eigen tuin en bos. Met de biologische supermarkt in je kielzog is eten van wat dichtbij groeit een boeiend experiment. Miriam bouwt samen met 39 andere praktisch idealisten een wijk van 23 aardehuizen in Olst waar permacultuur (duurzame eetbare tuinen) een belangrijk onderdeel van is. Ze is werkzaam als projectleider bij AOC Friesland waar ze projecten initieert om biologische landbouw en voeding onder de aandacht van leerlingen en consumenten te brengen. Miriam is co-auteur van het kookboek Friese Liefde.

Eerste indrukken Miriam Velter

Alhoewel ik zelf vegetariër ben, ben ik altijd wel nieuwsgierig naar de (eetbare) dieren in het landschap naast onze vertrouwde landbouwhuisdieren zoals koeien en varkens. Toen ik vanochtend van jager en veehouder Wim  hoorde dat er vorige week ganzen zijn geschoten heb ik rondgevraagd en gebeld, maar het is niet gelukt een gans te bemachtigen. Ze liggen in de vriezer te wachten op Kerstmis.

Voor mij als vegetariër ziet dit landschap er niet smakelijk uit, eerder DROOG. Op een enkele mooie moestuin na is alles gras en mais, geen tuinbouw, wel mooie houtwallen. Het landschap als geheel oogt  lekker bekeken door de ogen van de koe, die alles nog eens kan herkauwen. Voor mij zou het landschap er aangenamer uitzien als het gevuld zou zijn met fruitbomen en groenten. Je ziet aan de akkers met maïs dat er een hoge onkruiddruk is, dan is het heel intensief om biologische tuinbouw te bedrijven. Als boer moet je daarvoor vakkundig, creatief en inventief zijn. Door andere bemesting zoals compost en het bedekken van de bodem met plantaardig materiaal bijvoorbeeld. De productie van plantaardig voedsel is minder omslachtig dan het maken van dierlijk voedsel. Want voor het produceren van 1 kilo vlees is 10 kilo plantaardig voedsel nodig.

In de jaren tachtig ontving de boer vijfennegentig (gulden)cent voor een liter melk, nu dertig eurocent. Om een gelijkblijvend inkomen te garanderen moet je dus al anderhalf keer zo veel produceren, denk dan ook nog aan inflatie, investeringen en het is duidelijk dat er meer koeien moeten zijn per boer. Omdat de bedrijven niet zo groot zijn, wordt er al snel voor gekozen om de koeien op stal te houden. Het voer komt maar ten dele van eigen land en wordt verder ingekocht. Dit lijkt onmogelijk vol te houden.

Het landschap hier is in de afgelopen vijftig jaar eentoniger geworden vertelt Wim. Je zag vroeger voeder- en suikerbieten, tarwe, rogge, gerst en haver, en dat bracht ook allerlei andere vogels met zich mee zoals patrijzen. Die gewassen zie je niet meer, de patrijzen ook niet. De soortenrijkdom van planten en insecten in dit gebied kan vergroot worden door een meer diverse toepassing van akker- en tuinbouwgewassen. Nu tref ik kleine hoeveelheden planten en vruchten in berm en bos die lekker zijn als smaakaccent of salade maar waarmee ik mijn buik niet vullen kan. Voor een duurzame voedselvoorziening is een fruit- en groenterijker landschap nodig. De biologische land- en tuinbouw zijn hiervoor onmisbaar.

Als we dát landschap dan eten, zouden we lekkerder in ons vel zitten!

Essay Miriam Velter
Naar aanleiding van deze verkenning heeft Miriam een essay geschreven over haar bevindingen van die dag. Om het essay te lezen kunt u hier klikken