Verkenner 1

Wietske Maas startte samen met Matteo Pasquinelli het urbanibalism project begin 2007. Met urbanibalism onderzoekt zij de eetbaarheid van de stedelijke omgeving: een gastro-situationisme dat de spontaan groeiende materie van de stad herontdekt. Hoewel het opeten van de stad vaak letterlijk wordt uitgevoerd, is urbanibalism ook bedoeld als middel om maatschappelijke vraagstukken in de stedelijke omgeving aan de orde te stellen. Een vast concept is het ‘convivium’, een feestmaal waarvoor ze gasten van verschillende disciplines uitnodigt. Zo worden relaties opgespoord tussen mensen, culturen en lokale geschiedenissen die binnen een metropolis bestaan. Wietske Maas heeft veel verschillende culturele beroepen uitgeoefend uiteenlopend van beeldend kunstenaar tot aan het opzetten van dieren. Maas combineert artistieke activiteiten met haar werk als programma curator voor de European Cultural Foundation.

 

Choreografie van een economische machine

Ik denk dat ik mezelf onbewust een beetje verzet heb tegen de hyperproductiviteit van dit landschap. Het lijkt een choreografie van een economische machine met coulissen als tussenruimten waar nog plaats is voor diverse soorten planten en dieren. Toen ik op pad ging had ik honger en dat gevoel ging niet weg in de loop van de dag. Ik herinnerde me dat een kleurdeskundige me ooit zei dat de kleur groen honger opwekt, dus ben ik het bruine bos ingedoken. Daar drong het tot me door dat er in het bos eigenlijk geen uitzicht is. Het is een soort kortzichtigheid, een myopische ervaring. In de zeven jaar dat ik nu in Nederland ben is mijn zicht heel snel achteruit gegaan. Komt dat door erfelijke factoren of is het levensstijl? Ik zit meer op kantoor, meer onder kunstlicht, maar alles is hier ook zo dicht opeen. Ik werd geconfronteerd met mijn eigen kortzichtigheid. Ook in het bos hoor ik nog steeds de auto’s, vliegtuigen. Ik voel me nog steeds veilig, alles is dichtbij en zeer gestructureerd. Er is geen noodzaak om ver te kijken!

Ik keek naar de grond op zoek naar paddenstoelen en wortels, maar wilde ik wel gaan verzamelen? Nee, ik wil een andere ervaring aangaan. Langs de randen van de maisvelden. Mais is zo abstract! Het is een antropocentrisch landschap bij uitstek. Marx zei: “Cultuur is de menselijke participatie in de natuur”. Hoe draag ik bij aan de cultuur van dit landschap? Ben ik alleen toeschouwer van deze economische machine of kan ik in de korte tijd dat ik hier ben ook iets doen? Hoe kan ik mij dit landschap toe-eigenen? Dit antropocentrische geeft iets paradoxaals. Het schept een gevoel van eenzaamheid, misschien omdat de menselijke schaal eigenlijk is verdwenen. Het is te ver weg voor me. Waar zit de vitaliteit? Die mis ik. De dynamiek tussen verschillende wezens ontbreekt. Tussen mensen en het onzichtbare leven in de coulissen. Ik ben voorstander van het ‘3e landschap’. Niet alleen natuur en niet alleen cultuur, maar juist de kruisbestuiving zorgt voor vitaliteit. Voor mij is eten een manier om hier doorheen te breken. Ik zou samen met bewoners willen eten van dit landschap. Eten is de meest intieme manier om tot een landschap of een plek te komen!

Essay Wietske Maas
Naar aanleiding van deze verkenning heeft Wietske een essay geschreven over haar bevindingen van die dag. Om het essay te lezen kunt u hier klikken