Verkenner 2

Michiel Korthals. Toen ik nog een Amsterdams stadsjongetje was zwierf ik door de stegen en langs de grachten en de haven; ik had me toentertijd niet kunnen realiseren hoe belangrijk natuur, dieren, landbouw en voeding later in mijn leven en mijn werk als filosoof zouden worden. Ik heb geleerd dat goed voedsel, verantwoorde landbouw en bloeiende natuur heel waardevol voor de stad zijn. Stad en platteland, eten en eten produceren en hun praktijken en verhalen moeten veel dichter bij elkaar gebracht worden: dat is goed voor lichaam en geest, mens en maatschappij, en cultuur en natuur. Met het boek ‘Voor het eten’ en andere publicaties wil ik bijdragen aan die taak.

Land van melk en vlees

Vandaag heb ik mij als taak gesteld na te gaan hoe het landschap hier als geheel met voeding te maken heeft en ook kan stimuleren tot betere voeding. Als filosoof kies ik daarbij voor een breder standpunt. Ik wil niet alleen planten verzamelen. Bij planten horen ook mensen, net als bij technologie ook mensen horen. Ik fiets naar de stad Diepenheim want ik wil graag weten hoe de middenstand omgaat met de producten van het land. Dat is teleurstellend. Spar heeft streekproducten zegt de filiaalhouder, maar die komen uit Krimpen aan de IJssel en Kesteren. De slager vindt lokaal vlees maar lastig want heel wisselend van smaak, dat willen consumenten toch niet? Mijn conclusie is dat de stad zich niet bemoeit met het eigen platteland!

Intussen is het heel hard gaan regenen, en kom ik in een nieuwbouw wijk terecht, die mij nergens naar het platteland terug brengt maar mij alleen rondjes laat rijden. Diepenheim ligt met zijn rug naar het land, letterlijk en figuurlijk.

Uiteindelijk kom ik bij een erf met een enorme stal vol melkvee terecht. De boer wil wel met mij praten en zijn trotse schoonzoon is stevig aan het werk op een reusachtige trekker. Schoonzoon zal de zaak overnemen en uitbreiden van 80 naar 120 koeien. Waar zal het extra voer vandaan komen? Dat weet hij nog niet, maar voor gras en mais is meer land nodig. Stug doorfietsend heb ik niet door dat ik de magische grens van de 4KM2 overschrijd. Dan maar weer naar een boer (direct bij de Schipbeek die niet op een beek lijkt maar meer op een kanaal), opnieuw met een enorme stal vol met koeien. Hetzelfde verhaal: schoonzoon, die voorbij stuift met een nog grotere trekker dan die eerdere, zal de zaak overnemen en uitbreiden tot 120 stuks in een stal opgeborgen melkvee. Wat gebeurt er als in 2014 de melkmarkt wordt vrijgegeven en de prijs van melk zal dalen? Hij denkt dat het niet zo’n vaart zal lopen.

Landschap is een publieke zaak, hoe veel privé geld er ook in is geïnvesteerd, er is altijd meer publiek geld in geïnvesteerd: water zuivering, regulering waterpeil, de dieren, de planten, de hele natuur: ze zijn van iedereen. Waarom zie ik geen tekenen van betrokkenheid van Diepenheimers bij het landschap? Nestkasten of vlinder bevordering, bijenclubs, een landschapsvereniging!

Ik ben uiteindelijk wel een beetje teleurgesteld in mijn eerste indruk: “dit is een mooi, afwisselend landschap”, maar hoe meer ik er in doordring, hoe kaler, en doodser het wordt. Koeien zijn prachtige beesten en melk en vlees is een luxe waar je van moet en kan genieten, maar de eetbaarheid wordt teveel gereduceerd als alleen melkvee hier eten krijgt. Een landschap is ook een eetkamertafel met een maaltijd: wie kan er aanschuiven, wie niet? De in dit landschap opgediste maaltijd is heel erg mager, en de gastvrijheid naar plant en dier niet erg groot.

Essay Michiel Korthals
Naar aanleiding van deze verkenning heeft Michiel een essay geschreven over zijn bevindingen van die dag. Om het essay te lezen kunt u hier klikken